Buitenlands geld in Nederlandse politiek

Titel
Buitenlands geld in Nederlandse politiek

Jaar
1935

Druk
1935

Overig
1ed 1935

Pagina's
26



vakverenigingsorgaan signaleert ook deze financiële steunpilaar van Mussert als ״een berucht' werkgever, wiens onderneming ״het zwarte schaap in de Rotterdamse haven" is.

Het Volk van 20 December 1933 wist te melden, dat de N.S.B. in Eindhoven haar intrek zou nemen in een huis, dat zij ten geschenke had gekregen van de N.V. Picus־fabrieken, waarvan de directie in handen is van den heer Jo Bruning, zoon van den bekenden sigaren־ fabrikant C. Bruning. Reeds eerder hadden de katholieke bladen Eindhovense en Meijerijse Courant geschreven, dat Mussert iedere maand grote bedragen voor de kringhuizen toegezonden kreeg van een Eindhovense grootkapitalist en in dit verband werd er op ge־

wezen, dat de N.V. Picus, die het nieuwe kringhuis afstond---- van

Duitse oorsprong is.

De beide Rotterdamse havenondernemers, wier opvattingen ten aan־ zien van lonenbehandeling van hun personeel wij hierboven memoreer־ den, zijn echter niet de enige geldschieters van deze soort, die Mussert achter zijn brandkast heeft verzameld. In Den Haag zetelt de meubel־ fabriek van de firma H. Pander en Zonen, welker 27־jarige directeur H. Pander Jr. tot de rijke vrienden van de N.S.B. behoort. De arbeids־ verhoudingen in deze fabriek, zo schreef de pers in Februari 1934, laten veel te wensen over. Elke week vallen ontslagen, tengevolge waarvan de arbeiders volmaakt in het onzekere verkeren over eventueel behoud of verlies van werk. Mensen met veertig dienstjaren worden zonder pardon op straat gezet.

In het Zuiden des lands, in Rosendaal, staat de sigarenfabriek van de firma Van Eyndhoven, vooraanstaand N.S.B.־er en royaal steunen־ de goede gever voor de N.S.B.־financiën. Ofschoon in paragraaf 37 van de N.S.B. de zin prijkt: ״wij willen voor onze kameraden behoor־ lijk betaalde arbeid", betaalt men bij van Eyndhoven zomin als bij de andere gesignaleerde geldschieters van Mussert bij lange na de lonen niet, knoeit men er met sociale maatregelen en is herhaaldelijk sprake van dreigende arbeidsconflicten bij deze fabriek.

Zo zouden wij door kunnen gaan. Wij zouden kunnen noemen de Albert Heyn's, de Achterhoff's, wiens ״bloedfabriek" in Dinxperlo staat en nog vele anderen.

Ziedaar de practijk van het nationaal־socialisme in Nederland: enge verbinding met, slaafse navolging van de Duitse regeringspolitiek, onzekerheid omtrent de zilveren of gouden banden, die de N.S.B. met buitenlandse machten zou kunnen binden — en de geldschieters in het binnenland levende volgens het beginsel: ״wel geld voor fascisme, geen geld voor lonen".

In Duitsland is het niet anders gegaan. Onder de voorname geld־ schieters voor Hitier bevonden zich machtige industriëlen en bankiers, die door middel van Hitier hun macht wilden bevestigen. Reeds in den

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.