zien van de arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden, het kent ook zijn - statutaire - plicht tegenover de arbeidersbeweging.
In 1921 kon de eerste winstuitkering geschieden op basis van de resultaten in het boekjaar 1920. Het jaarverslag over 1920 vermeldt een uitkering van f 14.850,—. Vanaf dit begin tot aan de tweede wereldoorlog toe, stijgen de winstuitkeringen voor sociale en culturele doeleinden met de regelmaat van een klok. Boekjaren 1920-1924: f14.850,— per jaar, 1925-1929: f22.275,—> 1930-1934: f36.000,— en 1935-1939: f43.200,—.
In de oorlogsjaren wordt geen winst uitgekeerd, en ook niet in de eerste, moeilijke jaren na de oorlog. In 1951 kan de winstuitkering worden hervat. Zij bedraagt dan over het boekjaar 1950: f 54.000,—, over 1951: f88.000,—, en over 1952: f 138.000,—.Neemtmen aan, dat ook over het nog boektechnisch af te sluiten, doch wat de resultaten betreft, zeker gunstige, jaar 1953 eenzelfde bedrag beschikbaar zal komen als in 1952, dan betekent dit dat in totaal juist één millioen gulden uit de winsten der bank voor de aangegeven doeleinden ter beschikking is gesteld.
En dit betreft dan nog slechts één deel der naar de arbeidersbeweging en naar de algehele sociale en culturele verheffing van ons volk gerichte stroom van activiteiten. Uit andere fondsen stelde de bank eveneens grote bedragen beschikbaar voor sociale doeleinden en voor het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, waarvan de betekenis voor de studie der sociale wetenschappen steeds groter is geworden. Uit een optelling van de in de jaarverslagen vermelde gegevens blijkt, dat voor deze sociale doeleinden - de voor het Instituut beschikbaar gestelde bedragen inbegrepen - meer dan i| millioen gulden uit de fondsen der bank beschikbaar is gesteld.
Zeer vruchtbaar voor de ontplooiing der arbeidersbeweging in de verschillende steden en dorpen van ons land, en voor de jeugdbeweging is verder geweest het aanwenden van gelden voor de aankoop van grond of gebouwen of voor het verstrekken van hypotheken, waardoor de aankoop door derden mogelijk werd gemaakt. Sommeren wij het bedrag, dat daarvoor in de verschillende jaren beschik-
32