'Zou de waterlinie het houden?' vroeg Dirk. 'Wel tegen zware tanks', zei Gijs.
In die spannende uren verscheen plotseling rijksrechercheur Luchtel op de reportage-afdeling.
'Ik heb uw hulp weer nodig', zei hij, 'de vorige keer met die uniformsmokkel hebben jullie me zo goed geholpen. Nu is er iets heel anders aan de hand.'
Er waren rapporten uit verschillende delen van het land binnengekomen van mensen, die 's avonds en 's nachts geheimzinnige lichtsignalen hadden waargenomen. Lichtkogels. Vuurpijlen in verschillende kleuren, die door onbekenden werden afgestoken. Met welk doel? 'We moeten weten wat er aan de hand is', zei hij, 'als het seinen zijn naar Duitse vliegtuigen, die heel hoog verkenningsvluchten uitvoeren, is het duidelijk, dat die signalen door verraders worden gegeven. In elk geval, heren van de omroep, houdt uw twee oren en ogen wijd open, kijkt goed uit en mocht u iets merken, laat het mij dan direct weten.'
'De lichtjes stijgen naar de hemel', zei Dirk somber en met veel nadruk. Hij keek de Kreeft aan. Die had deze geheimzinnige woorden niet lang geleden gesproken. Toen waren het zogenaamde signalen geweest met zaklantaarns tijdens een verduisterings-oefening. Nu kwam de rijksrecherche met de mededeling, dat lichtkogels werden afgeschoten. Lichtjes, die naar de hemel stijgen. De Kreeft's gezicht werd nog roder dan gewoonlijk toen Dirk deze woorden sprak.
'Jij bent een jongen met een goed geheugen', zei hij langzaam, 'een veel te goed geheugen. Er zijn omstandigheden, waarin een goed geheugen pijnlijk kan zijn.'
Dirk voelde zich door een angstig gevoel bekropen. De woorden van de Kreeft klonken als een nauwelijks verborgen dreigement. Om de beklemming, die hij voelde te breken, zei Dirk: 'Mijnheer Luchtel, is er een lijstje bijgehouden van de plaatsen waar die lichtkogels zijn gezien?' 'Jawel, mijn jonge vriend', zei de rijksrechercheur, 'hier is het.' 'Als we nu eens', zei Dirk aarzelend, 'op een kaart van Nederland met een potloodje een kruisje zetten op elke plaats waar die lichtkogels zijn gezien, misschien kunnen wij daar iets van leren.' 'Wat drommel', zei rechercheur Luchtel, 'jij bent een ventje met hersens. Geen wonder, dat jij toen die uniformsmokkelaars in hun kuif hebt gepikt.'
Terwijl de rechercheur de plaatsnamen afriep, zette Dirk op een grote kaart van Nederland kruisjes. Toen hij meer dan dertig kruisjes had gezet, zei de rechercheur, dat zijn lijstje was uitgeput.
81