nieuwe vereniging al vijf honderd leden telde en ״spoedig" zelf zou gaan uitzenden.
In de kringen van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen bestond van de aanvang af voor de V.A.R.A. grote belangstelling. Zeer warm liep voor het idee de toenmalige voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, Piet Moltmaker. Van hem zei men in de vakbeweging:
„Piet heeft altijd dingen eerder gezien dan vele anderen." ...En het was Piet Moltmaker, die, toen ter gelegenheid van het afscheid van Pieter Jelles Troelstra een aantal leidende functionarissen bij elkander waren, met een adhaesie-betuiging leurde, waarop hij handtekeningen verzamelde van iedereen, die er wat voor gevoelde de nieuwe omroep te steunen. Het was mede als gevolg van die adresbeweging, dat het bestuur van het N.V.V. Coen van der Lende naar de vergadering in „Parkzicht" zond.
„Ik heb geen speciale machtiging van het N.V.V.", zei Coen in die vergadering, „om steun te beloven, maar ik durf wel verklaren, dat de jonge organisatie onze warme sympathie geniet en ik geloof, dat ik de mond niet te vol neem, wanneer ik de verwachting uitspreek, dat het Vakverbond zeer spoedig achter de V.A.R.A. gaat staan."
Nu, hij heeft inderdaad de mond niet te vol genomen.
Zo kwam de V.A.R.A. dus ter wereld. Van haar geboorte werd in „Het Volk" melding gemaakt in het volgende bericht:
VEREENIGING VAN ARBEIDERS-RADIO-AMATEURS
Zondagmorgen werd in café „Parkzicht" te Amsterdam de oprichtingsvergadering gehouden van de Vereeniging van Arbeiders-RadioAmateurs. De vergadering was zeer druk bezocht; ongeveer 200 personen waren aanwezig. De Bond van Radiohandelaren was door twee bestuursleden vertegenwoordigd.
Zeer geanimeerd en in volle eensgezindheid werden verschillende besluiten genomen.
De statuten werden vastgesteld. Hierop zal de koninklijke goedkeuring worden gevraagd.
De beginselverklaring in de statuten omschreven, luidt als volgt:
26