73
EEN DAG IN DE KOLONIES
Het troepje ontginners hier heeft het niet gemakkelijk. Zij leven in zorgen en zweet. De grond is goed en de ruimte groot genoeg. De bodem levert de eerste jaren natuurlijk geen bestaan. Een deel vindt werk, vooral in het nabije Péthach-Tikvah, als daglooners. Ook de hoenderteelt levert wat gewin. Vinden ze genoeg buitenwerk als arbeiders, dan kunnen ze er tezamen komen en intusschen het ontginningswerk voortzetten, totdat de nederzetting een gevestigde kolonie zal zijn. Een paar koeien erbij ware een groote vooruitgang. Melk, boter, mest. En weer werk voor een kameraad meer. Een betrekkelijk klein probleem onder de vele andere, die hen bezighouden. Maar hun moed is frisch en hun hoop blijft levendig. En onze Chaloetsiem — pionieren — van Rodges worden overal, waar men naar hen vraagt, met lof besproken.