V
VOORWOORD
Voorwoord bij het proefschrift.
Dit proefschrift, 'Joodse Traditie als Permanent Leren', is geen theologische maar een onderwijsfilosofische studie. Niet het onderwijzen staat in deze studie centraal maar het leren, niet het informatie aanbieden maar het informatie verwerken. De hier ontwikkelde onderwijsfilosofie is dan ook met recht een leerfilosofie te noemen.
Ongetwijfeld zullen er lezers zijn die gedeelten van de tekst zullen overslaan. Om hen de draad van het betoog niet te laten verliezen, worden opvattingen en uiteenzettingen die als referentiekader dienen, soms meerdere keren geformuleerd. Ik hoop dat de lezer die wél de hele tekst leest, deze redundantie op de koop toe wil nemen.
Het woord 'leerling' betekent in deze studie 'lerende' en niet per se 'scholier'; een 'lerende' is iemand die leert en dit leren kan op een school o. i. d. plaatsvinden maar ook daarbuiten.
De betekenis van het woord 'leraar' is ook niet per se schoolgebonden; een 'leraar1 is iemand die onderwijst.
Tenzij de context iets anders suggereert betekenen de woorden 'hij', 'leerling' en 'leraar' resp. 'hij/zij', 'leerling(e) ' en 'lera(a) r(es) '.
Vele personen en instanties hebben mij bij het tot stand komen van dit proefschrift geholpen:
'— Mijn promotor prof. dr. A. D. de Groot en co-promotor rabbijn prof. Y, Aschkenasy hebben me met hun gedetailleerde en stimulerende kritiek bij voortduring gecorrigeerd en geïnspireerd.
— De hoogleraren dr. Th.de Boer, dr. J. A. M. Carpay, dr. H. C . J. Duyker, drs. D. P. B. Kallen, dr. R.A.de Moor, dr. J. J. A. Mooij en dr. U.Rosenthal hebben grote delen of onderdelen van de tekst gelezen en hun commentaar heeft tot vele tekstverbeteringen geleid.
~ Drs. M. van Loopik heeft me bij het samenstellen van de noten veel werk uit handen genomen.
— Mevrouw M. Evers en mevrouw W. Fleur hebben op plezierige wijze het typewerk voor hun rekening genomen.
— De Nederlandse organisatie voor zuiver wetenschappelijk onderzoek