de Hortusjongens was geslagen. Had een bloedneus, een blauw oog, huilen, kwam daar mee binnen en ging naar de oude meester Van der Velde. ,,Wat is er met jou gebeurd?” ,,We hebben gevoetbald en wij hebben gewonnen en toen heeft hij mij een blauw oog geslagen en hij heeft gescholden „Vuile rotjoden” en toen heb ik hem een klap gegeven en toen heeft hij mij een bloedneus geslagen en ik heb ze echt niks gedaan, hoor.” Zegt meester Van der Velde: „Jongen, maak je geen zorgen, we hebben nooit wat gedaan, maar je bent een joods jongetje, daarom heeft hij het gedaan. Dat zal je later in je leven ook nog wel eens meemaken.”
Ik was in het koor van de Neie sjoel en mijn dirigent was meester Italië. Je had verschillende synagoges, kleine en grote. Op de Amstelstraat was de grote synagoge en op het Jonas Daniël Meijerplein was de Neie sjoel, de nieuwe synagoge en er tegenover was de Portugese.
Er werden wel eens, als een chazzan er niet meer was, uit het buitenland chazzoniem gevraagd, die dan een proefdienst moesten doen. Dat vonden wij een evenement. Vooral omdat ik in het koor was. Ik had als jongetje een goed stemmetje en ik heb vaak solo gezongen met chazzan Reisel.
Hij had dan drie jongens om zich heen bij het almemmer staan en dan hebben wij hem begeleid, op vrijdagavond en op jomtovdagen, met bepaalde gebeden. Er kwam eens hier een jongetje van dertien jaar, Mozes Mirsky, uit Polen. Dat jongetje had een prachtstem.
Er was een commissie die dat jongetje in de Neie Sjoel wilde laten zingen. Maar opperrabbijn Dünner heeft er niet in toegestemd dat hij een dienst zou maken in de Neie sjoel. Daar vond hij hem te jong voor, maar hij was uit een Pools gezin en de orthodoxe Polen, dat waren mensen die van hun tweede jaar af al Hebreeuws gestudeerd hadden en de mame loshn hebben gesproken.
Wat is het geval, ze hebben Plantius gehuurd. Plantius was een feestgebouw tegenover Artis. Daar hebben ze een dienst gemaakt voor vrijdagavond en Sjabbes. Maar die jongen moest ook een koortje om zich heen hebben. Drie jongens uit het koor van chazzan Reisel, waar ik ook bij was, mochten