5
Zoo hadden dan de ouders van Raatje ten slotte genoegen genomen met haar vrijage, moeder had wel liever gezien, dat Flip diamantslijper had geweest, maar „och” zei ze dan ook weer, „ik heb met m’n Sak toch ook nooit geen armoe geleden.” Een ten slotte vond vader het toch ook wel pleizierig, dat Flip hem nu en dan ’s avonds kwam helpen, want hij werkte ’s avonds thuis voor vaste klantjes.
Drie jaren „liepen” ze nu al samen en zoo nu en dan werd er al van trouwen gesproken, langzamerhand werden er kleine dingen gekocht voor het huishouden en werkte Raatje in slappe tijden aan de uitrusting. De laatste weken was hun verhouding wat gespannen. Flip was in den aard een zuinige jongen, die geen cent over den balk gooide, terwijl Raatje graag chique gekleed ging en veel geld voor haar kleeding noodig had.
Zoo had zij dan ook haar jongen gevraagd een nieuwen mantel voor haar te koopen. Ze had zoo’n mooie bij Vroom in de Damstraat gezien en die kostte maar twintig gulden, een spotkoopje; haar nicht Bekkie had net zoo één van haar jongen gekregen en die had er vijf en twintig gulden voor betaald.
Flip weigerde. Je kan het nog best een jaar met je mantel doen, vond hij, voor twintig gulden