Sjofele steentjes

20

Levie schopt tegen de deur op, probeert hem open te duwen, schreeuwt:

„Laat je me binne! maak je ope!”

Raatje antwoordt niet, zit aan de tafel, het hoofd op haar hand.

Levie geeft nog een paar trappen tegen de deur

op en loopt dan de trap af____

Raatje staat nu op, maakt de kast open, haalt haar beste goed er uit, wascht zich, maakt h’r haar op, kleedt zich aan, op haar best, zet ha^r hoed op en gaat heen.

Beneden kijkt ze rond, loopt dan snel Marken af, tot de Blauwbrug, gaat dan langzaam verder. Van de torens sloeg het twaalf.

Raatje liep langzaam het Thorbeckeplein over, de Reguliersgracht af.

„Pst! Pst!”

Een rijzig heer liep achter haar, reeds grijzend, gekleed in lange jas met astrakankraag.

Bij het Amstelveld haalde hij haar in.

— „U hebt er toch zeker niets op tegen, dat ik met u meeloop, juffrouw?”

Even blijft Raatje staan, wijfelt, gaat eenige passen terug.

Toen met wilde oogen, de tanden op elkaar,