jongen, die op de sjabbat na zijn dertiende verjaardag in sjoel zijn pars je, een gedeelte uit de tora, op de traditionele melodie voordraagt. Dit karwei wordt nog bemoeilijkt door het feit dat in de tora alleen de medeklinkers der woorden en niet de klinkers staan. Helemaal erg is het wanneer de jongen niet muzikaal is. Voor de parsje wordt eerst, zoals bijvoorbeeld ook voor het eten, een 'brooge' (zegenwens) uitgesproken. Maar, mooie stem of niet, het is altijd een mooi feest met veel cadeaus. Helaas was maar al te vaak die parsje het laatste wat de jongen van de Hebreeuwse taal en het jodendom leerde en was zijn barmitswa-viering de laatste keer dat hij in sjoel kwam tot zijn huwelijk, indien hij tenminste joods trouwde. Het aantal gemengde huwelijken steeg in de twintigste eeuw zorgwekkend. Veel ontroering op die barmitswa-dag hield zorg om die joodse toekomst in, en in die brooge lag dan ook alles wat joodse ouders hun kinderen konden toewensen.
Vader, wilt U mij eens overhooren?
Wilt U zien hoe ver ik ben?
Wat ik van mijn parsje ken?
Stil dan jullie, niemand mag mij storen.
Luistert U? Kijkt U goed in?
Vader ... hoort U? - ik begin!
Wacht kind! éérst die brooge van te voren!
Vader! kijk die Sjoel met mensen hooren Naar Uw knaap die luid en blij Touroh laaient, trotsch en vrij. Niet een enkel woordje gaat verloren Heb je 't ooit zóó mooi gehoord? Zonder foutje, woord voor woord! Nee maar! en die brooge van te voren!
Knaapje, nu wat zeg je, laat eens hooren! Telkens weer een nieuw present Van 'n ieder die je kent. En op tafel, al dat zoet bekoren! Neen maar! Simge komt van jou Eet en drink! Wat talm je nou? O, ja! eerst die brooge van te voren.
Vader, zou U nu eens willen hooren,
Wat ik graag wel worden zou
Nu ik ga van school af gauw?
Kind, wordt 'n jood, maar naar behooren,
Blijf als Jood en mensch in te),
't Andere komt van zelf dan wel
Kind! maar eerst die brooge van te voren!
(Uit: MEMORBOEK, platenatlas van het leven der joden in Nederland van de middeleeuwen tot 1940, door Mozes Heiman Gans; uitg. Bosch & Keuning, 1971)
19