Bolussen.
Neem 5 ons tarwemeel, 5 ons boter, 5 ons witte suiker, 4 lood gist, 3 eieren en 2 maatjes warme melk, i} ons kleingesneden sukade en ij ons gest. amandelen. Besmeer een taartpan of steenen schotel met boter, zet ze op eene warme plaats, doe de sukade, amandelen, 1 lepel suiker en i lepel boter bijeen en laat het insgelijks warm worden. Maak de gist met warme melk tot een papje, doe meel, eieren, gist, melk, 1 lepel suiker en 1 lepel gesmolten boter in een diepen bak, kneed alles door elkaar en maak acht ballen van dit deeg. Rol iederen bal tot 1 centimeter dikte uit, leg de sukade en amandelen vingerdik er op, rol het deeg op, voeg de einden bijeen, zoodat het een hal ven bol vormt, leg een in 't midden van den verwarmden schotel en de anderen er omheen. Zet den schotel, luchtig met een papier gedekt, op eene verwarmde plaats en laat hem £ uur rijzen. Smelt intusschen de boter, zet de pan in den matig heeten oven en begiet het gebak gedurig met de gesmolten boter. Na J uur is de bolus gaar. Terwijl het gebak in den oven staat, kookt men de suiker met kan water en een gespleten stokje vanille, begiet het dadelijk na het uitnemen met 1/3 van dit kokende vocht, laat het £ uur zoo staan en houdt de gesmolten suiker in dien tijd warm, leg er dan een diepen goed sluitenden schotel overheen en keer hem om. Giet nu nog eensV3 van de suiker er over en laat het er geheel in trekken. Dan legt men den schotel waar hij op gediend wordt er over, keert hem om, bestrooit hem met muscetzaad, doet de overgebleven suiker in èen sauskom en dient ze bij het gebak rond.
Voor vleesch vervangt men de boter door gesmolten merg of afschep vet en de melk door warme bouillon.
(Uit: Oorspronkelijk Israëlietisch Kookboek door Saartje Vos; vijfde herziene druk, 1914; een facsimile reprint van deze druk verscheen in 1978 bij Amphora Books)
9