ahasverus
vervreemd van ieder vaderland de schrijvende pen als vanouds in de hand is hij op zoek naar een vodje papier voor een vers op het landschap van hier
een boer die hem ziet en onraad bevroedt vraagt onbeschoft wat of hij hier moet ik zoek zegt de man met zijn rossige baard heel even een rustplaats op aard
een stoel en een tafel/een vodje papier ik werk aan een vers op het landschap van hier dat kennen we treitert de boer terstond en fluit als vanzelf zijn waakzame hond
zo trof god een arme jood op de vlucht al dichtend een vers in de donkere lucht op het groninger landschap vandaag en alhier niet eens op een vodje papier
9