zoekt de engel des doods bij een ander zijn heul
zo begrijp ik de rebbe langs de stille vissersdijk waar wij buiten adem rennen als in wedloop met een lijk
in de sjoel in de bosstraat staan tien vrome joden in aandachtig beraad met mystiek en geboden
ik - klein op mijn klompen zie de rebbe in het boek naar een plaatsvervanger lonken voor mijn vader op zoek
mousje - zegt hij zacht we staan al op straat maar geen dood sloeg er acht wij kwamen te laat
ik weet het aan mijn klompen die in kinderlijk verwijt mij in rouw moesten dompelen door verlies van wat tijd
nu kan geen sjoel meer die last van mijn klompen verzoenen want de kille - vergast -ging naar polen op schoenen
bensjen (benedicere): een gebed in de synagoge uitspreken voor het herstel van een ernstig zieke
dat ging gepaard met de naamsverandering van de patiënt
bij de joden is de naam een wezenlijk bestanddeel van de persoonlijkheid
27