Je scherpe parfums mijn zustertje bruid zij prikkelen meer dan alle kruid.
11. Je zoete lippen druipen zeem.
Honing en melk onder je tong.
Je kleren welriekend als de Libanon.
12. Jouw tuin nog gesloten mijn zustertje bruid?
Jouw bron nog gesloten jij fontein die niet spuit?
13. Paradij slij ke knoppen jouw hof vol granaten. Met sappige vruchten. Bedwelmende luchten:
14. Nardus en safraan kalmus en kaneel met allerlei wierook met mirre, aloë -wat al specerijen uit vele contreien.
/ 19/