peregrinus
een vreemdeling mij in de droom verschenen die naast mijn kleren ook mijn namen droeg was even plotseling weer in het niets verdwenen eer ik om een en ander uitleg vroeg
die kleren waren nog tot daaraantoe zo’n koude winternacht en dan nog naakt waartoe mijn namen echter/peinzensmoe ben ik verfomfaaid uit de slaap ontwaakt
de helft van een geheel dat afgespleten een droom ervoer die dulle dagen derft waarin/mijn kleren en mijn namen eens versleten die vreemdeling per slot mijn leven sterft
10