nachtmerrie
hier is het bewijs / dat ik ben vermoord maar de ander / die alles heeft gehoord dat ben ik zelf / die angstig krijs — eerste en tweede persoon / èn het bewijs — drieëenheid die laat / in de ochtend gewekt het daglicht verraadt / ik ben ontdekt
meute
een jachthond sluipt om mijn droom de nacht snuift naar onraad
17