Begin 1985 was het plotseling voorbij. Toen ik hem een keer opbelde, kreeg ik van Liesje te horen, dat 'de baas' boos was en me niet meer wilde zien of spreken. Tot op de dag van vandaag is het me een raadsel wat er gebeurd kon zijn. Maar eerlijk gezegd kwam het me niet zo slecht uit. Hoewel deze naar mijn mening onverdiende behandeling (die me overigens al door menigeen was voorspeld) me tamelijk griefde en het ook wel degelijk pijn deed, besefte ik tegelijkertijd, dat ik nu toch eindelijk weer mijn eigen werk kon gaan doen en ik ben haastig teruggekeerd uit de zeventiende- tot twintigste-eeuwse Nederlands-joodse geschiedenis naar de mediterrane laat-middel-eeuwse joodse geschiedenis. In de daaropvolgende vijf jaren moesten er twee boeken over Hebreeuwse incunabelen geschreven worden. Maar ik ben Jaap Meijers nieuwe publicaties natuurlijk wel blijven volgen, zelfs tot na zijn overlijden in juli 1993.
23