Modern-Hebreeuwse poëzie

SJAOEL TSJERNICHOWSKY.

Geb. in 1875 te Michailowka (Rusland). Bezoekt handelsschool in Odessa, Universiteiten te Heidelberg en Lausanne. Studeerde medicijnen. Was jarenlang werkzaam als arts in Berlijn en op verschillende plaatsen in Rusland. Sedert 1931 in Palestina. Sedert 1934 gemeentearts in Tel Aviv.

Gedichten: Kol Sjiere Tsjernichowsky, 1939. Verhalen. Vertalingen: uit Homerus, Gilgamesj-epos, Plato, Amacreon, Theocritus, Sophocles, Horatius, Kalevala, van den Vos Rei-naerde, Shakespeare, Molière, Longfellow, Shelly. de Musset, Goethe.

JAAKOW KAHAN.

Geb. in 1881 te Slotzk (Rusland). Studeerde te Bern philoso-phie. Werkte in Polen. Vanaf 1934 in Palestina.

Gedichten: ..Neoeriem oenedoediem”, ..Been hechorawot”. Enkele, vooral Bijbelse, drama’s en vertalinyen uit de werken van Goethe.

ELISJEWA’ (BICHOWSKY).

Geb. in 1881 te Reisin (Rusland) uit niet-Joodse ouders. Bezocht hogere opleidingsschool in Moskou en was in Rusland reeds werkzaam op Joods gebied. Sedert 1925 in Palestina. Schreef ook gedichten in het Russisch.

Gedichten: Kos ketanna, charoeziem. Verder romans en verhalen.

JAAKOW FICHMANN.

Geb. in 1881 in Weltsy (Bessarabië). Bezocht het cheder. Leraar. Sedert 1912 met geringe onderbreking in Palestina. Is redacteur van verschillende litteraire periodieken.

Gedichten: o.a. Jeme Sjemesj, Arawa, Tselaliem al hasadot 1935. Verder verhalen, leerboeken, vertalinyen (o.a. van Heine Goethe, Baudelaire, Hebbel) en literaire critieken.

JEHOEDAH KARNIE (Wolowelsky).

Geb. in 1884 in Pinsk. Hij woonde achtereenvolgens in Wilna en Odessa. Vanaf 1921 in Palestina. Redacteur van Haarets. Schreef ook Jiddisj.

Gedichten: Sjeariem, Bisj’arajig Moledet, en vertalinyen.

Hebreeuwse Poëzie 6    81