RACHEEL
Het bloed van haar stroomt door mijn bloed, haar stem zingt uit mijn keel:Racheel die Labans kudden hoedt, de stammoeder Racheel.
Daarom is mij het huis te klein, de stad een vreemd gebied, omdat de wind van de woestijn haar sluier waaien liet.
Zó kan ik ook mijn wegen gaan met zulk een zekerheid: mijn voeten houden heugnis aan het spoor uit vroeger tijd.
Racheel.
51