GEBED VAN EEN VROUW
God, laat de hete wind ons niet verschroeien en spaar ons voor de koude,
opdat de ren, de tuin en in de stal de koeien blijven behouden.
Omdat gij mij, een kind, verwend op schoot, naamt van mijn ouders, oud van dagen, opdat ik in pijnen de aarde brood en vijgen deed dragen.
Omdat ik stil voor U al goed en kwaad in liefde heb ontvangen,
omdat de koe loeit en het graan zo laag staat en ik zelve ben zwanger.
Jehoeda Kami,
49
H«br«»uwa* Poëzi* 4