De Duitsche Jodenhaat in woord en beeld

Titel
De Duitsche Jodenhaat in woord en beeld

Jaar
1935

Overig
Uitgegeven door het Comité voor Bijzondere Joodsche Belangen

Pagina's
68



sche als Duitsche en Noorsche, zijn verhalen over het offeren van menschen overgeleverd. Hier zij slechts Strabo’s beschrijving van de zeden der Kimbren aangehaald, die ons den sterksten indruk geeft van het afgrijselijke van een dergelijke handeling in den eeredienst: „Onder de vrouwen, die hen op de krijgstochten begeleidden, waren profetische priesteressen, grijs van ouderdom, in witte gewaden, waarover mantels van heel fijn vlas en een metalen gordel, met bloote voeten. Deze gingen de krijgsgevangenen met zwaarden in de hand tegemoet, tooiden hen met een krans en leidden hen naar een bronzen ketel, die een inhoud van ongeveer 20 maten had. Dan besteeg een van de priesteressen een verhooging en sneed, over den ketel gebogen, den gevangene, die over den rand getild werd, de hals af; uit het bloed, dat in den ketel stroomde, deden zij voorspellingen. Anderen sneden hem het lichaam open, onderzochten de ingewanden en voorspelden hieruit hun tochtgenooten de overwinning”. Tegen de meening, dat het menschen-offer een symptoom van innerlijk verval van het Heidendom zou zijn, spreekt het feit, dat, hoe meer wij in de geschiedenis teruggaan, hoe zekerder en vaker het bewezen wordt. Maar ook de Noorsche bronnen weten ervan te vertellen; niet alleen Snorri en de Kristnisaga, maar ook IJslandsche familie-verhalen, b.v. de Kjalnesingasaga en de Eyr-byggjasaga. Bovenal is het Odin aan wien als doods- en oorlogsgod menschen geofferd werden; maar ook de dienst aan Thor, de eigenlijke „Freundgott” is, naar het getuigenis van Dudo, den geschiedschrijver der Noormannen, er niet geheel vrij van. De Eyrbyggjasaga (evenals de Landnama) vermeldt een Thor-steen, waarop den geofferde de ruggegraat gebroken werd. Ook de mededeelingen van de Duitsche geschiedschrijvers Adam von Bremen en Thietmar von Merseburg over de groote met menschenoffers verbonden eerediensten in Uppsala en Lethra (Leire) komen zoozeer overeen met de overige overlevering, dat men ze niet naar het rijk der fabelen kan verwijzen.

Het feit, dat de menschenoffers een bestanddeel van den Ger-maanschen eeredienst vormen, is dus wel onaanvechtbaar.

45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.