De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

Titel
De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

Jaar
1954

Overig
Uitgegeven door Het Nederlands-Israelietisch Kerkgenootschap en Het Portugees-Israelietisch Kerkgenootschap

Pagina's
116



dat het grotere en machtigere groepen in Nederland volstrekt niet schijnt te deren, dat de hun toegekende voogdijrechten over kinderen uit hun door de vijand zo zwaar getroffen kring niet blijken te kunnen worden gerealiseerd.

Omdat wij zelf tot een slechts kleine bevolkingsgroep behoren, begrijpen wij deze laatste gevoelens te beter. Uit de door ons hierboven aangehaalde brieven van Uwe Hoogwaardige Excellentie blijkt wel medegevoel met de betrokken Dames, ook wel met het feit, dat Anneke Beekman zich aan haar gehecht moet hebben gevoeld, maar geen besef van de zedelijke verplichting van dit kind tegenover haar vermoorde ouders en allerminst inzicht in de positie, waarin onze Joodse medeburgers zijn komen te verkeren.

Door de ingevingen van haar persoonlijke, ook voor ons begrijpelijke, gevoelens te volgen hebben de Dames van Moorst kortzichtig gehandeld en onrecht gedaan, niet alleen tegenover de burgelijke rechter, maar tegenover de allerhoogste zedewet. Dat zij persoonlijk dit niet hebben ingezien is niet onbegrijpelijk, maar juist daarom was het de plicht van de voorgangers van haar religieuze geloofsgemeenschap haar er op te wijzen, dat zij zedelijk ontoelaatbaar handelden. Door dit na te laten daarentegen maken deze voorgangers zich naar onze mening met hun gehele geloofsgemeenschap medeplichtig aan het hier gepleegde onrecht.

Het is daarom dat wij er bij Uwe Hoogwaardige Excellentie op aandringen, dat Uwerzijds alsnog een duidelijke uitspraak worde gedaan, dat het Geloofsplicht moet worden geacht aan het opsparen van achter gehouden Joodse kinderen mede te werken. Dat geldt uiteraard evenzeer het geval Anneke Beekman, waarmede Uwe Hoogwaardige Excellentie reeds bemoeienis heeft gehad, als dat van Betty Meljado en eventuele andere, waarmede dat tot dusverre niet het geval was. Wij willen hier welbewust spreken van een christelijke geloofsplicht. Jezus' woord luidt: „Voorwaar Ik zeg U, wat gij niet hebt gedaan voor één van deze geringsten, dat hebt gij ook voor Mij niet gedaan" (Mattheus 25 vs 45, vertaling Petrus Canisius). Gedachtig daaraan zeggen wij: de Joodse gemeenschap in Nederland heeft er recht op door de Christenheid bijgestaan te worden in zijn pogingen om zijn

53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.