Auschwitz, deel 1, Het Dodenboek van Auschwitz

Bovendien zijn de mensen, die onmiddellijk bij aankomst werden vergast, niet in deze boeken ingeschreven.

Gezien het feit, dat dit deel reeds 21 voorgangers had met in totaal 31.500 nummers (dit is precies 21 maal 1500), ligt de conclusie voor de hand, dat — bij 300 inschrijvingen per dag, dus 5 dagen per deel — deze documentatie 21 maal 5 dagen = 105 dagen vroeger, dus omstreeks 20 Juni 1942 begint. (De eerste deportatietrein uit Nederland arriveerde omstreeks 1 maand later.) Derhalve zijn er in drie maanden rond 30.000 slachtoffers — alleen maar geregistreerd.

De in deel 22 ingeschreven slachtoffers kwamen uit de volgende landen:

België, Duitsland (Provincies Silezië, Oost-Pruisen en Baden). Frankrijk, Joego-Slavië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Rusland en Tsjecho-Slowakije.

Niet alleen Joden zijn ingeschreven, ook niet-Joden.

Wat de Rijksduitsers betreft, waren het meestal beroepsmisdadigers of ..zware” politieke gevallen; wat de Polen betreft, grotendeels politieke gevallen. (Verklaring 224.)

De in deel 22 ingeschreven Nederlanders waren allen Joden.

Bij elk geval is een doodsoorzaak opgegeven:

..Eingetragen auf schriftliche Anzeige des Arztes Doktor der Medizin Kremer (resp. Meijer) in Auschwitz vom . . . 1942”.

Deze opgaven waren echter meestal fictief, b.v. „influenza, akuter Magenkatarrh, Lungenentzündung, Herzmuskeldegeneration, Darmkatarrh, Fleckfieber, Herzschwache bei Darmkatarrh, Allge-meine Körperschwache”, enz., enz. In den regel dus affecties van longen, hart en darmen.

Zoals gezegd: De joden, die onmiddellijk bij aankomst werden vergast, zijn niet in deze boeken ingeschreven, ze werden nergens ingeschreven. De Joden, die eerst in het kamp waren opgenomen en later werden vergast, werden in een bijzondere kartotheek geplaatst en daar gekenmerkt met „S.B.” (Sonderbehandlung), wat beduidde „vergast”. Deze bijzondere kartotheek werd opgeborgen op de „Politische Abteilung” en daar van tijd tot tijd vernietigd.

Derhalve zijn in het Dodenboek alleen die Joden ingeschreven, die op een andere en bijzondere wijze om het leven zijn gebracht (doodgeranseld, doodgeschoten, enz., of aan uitputting of ziekte bezweken). Van 1 Maart 1943 af zijn evenwel ook deze Joden niet meer in de Dodenboeken ingeschreven. (Verklaringen 2, 27. 109 en 224.)

Van de 1500 ingeschreven slachtoffers zijn er 256 uit Nederland (allen Joden: 174 mannen en 82 vrouwen).

Uit de boeken van Westerbork en uit de transportlijsten is op te maken, dat deze 256 mensen inzittenden zijn geweest van de volgende 19 deportatietreinen, zodat hieruit en uit de gegevens van het Dodenboek onderstaande tabel is samen te stellen:

10