ARON LAQUNA 73
J a c q u e s. Broeder... mijn jonkvrouwe Orobio wacht.
A r o n.
Precies grootmoeder... ijskoud!
J a c q u e s. Mijn jonkvrouwe Orobio smicht.
A r o n.
Je bent kroisch als een kater.
J a c q u e s (ironisch bestraffend).
Geen ontuchtige taal broeder Esau... denk om de linzen!
A ron.
In je geraffineerdheid en zelfbehagen, tóch nog belachelijk.
J a c q u e s.
Helaas... afgedwaald van menschelijke grond-instincten.
A r o n.
Mispunt!
J a c q u e s.
En jullie zijn... tot deugd... ontödrd — bovendien ... mijn zaakje geeft je afleiding. — Ik ruk je uit je honderddeelige Marx.
A r o n (heftig). Tóch breekt er niets uit je los!