39 ARON LAGUNA
Baruch. Dät kän niet, malle jonge.
Nathan.
Juist de passage!... Porselein voor zichzel-vers... éh... éh... en ijzer voor 'n ander.
Mevr. P a r e i r a (smadelijk).
Ingebeelde gek!... die geeft stokades!... (heftig plots). Van de hóógste beschaving is onze natie!
Nathan.
Beschäving?____ nätie?... Wat eengéin!...
Dan bin ik óók 'n halleve beschaving... om-rede ik 'n halleve Portegies bin ... Tóch... wat wäär is is wäär... niet sjniks binne ze... weigoochems... compleet hoogheidswaan binne ze! — Weet je nog Baruch... van die mesjog-gene Portegies... Kootje Mattes Ankóne (met een gebaar van de handen in de hoogte, plots naar de laagte), die hoe länger... haha... hoe kléiner is geworre?... Legt nou op ze dooie rug! Afijn,... ik hou me kieuwe dicht!
Mevr. P a r e i r a (valsch).
Hoor dié ... de protocol van de Gemeente!
Judith (vleierig).
Hé-hé oompie, vertél u.
Baruch (goedig).
Wie méén je Nathan ?