72
smaak, het rustig-evenwichtige en weinig-koortsige van zijn verkalmde levens-hartstochtelijkheid. Typisch dat, uit respect voor de traditie, zulke menschen over de schuimende en heftigste uitbundigheid van eenShakespeare-temperament heengaan alsof alles evenwicht en rust in dezen Groote was. Ook over Heyermans schreef Van Hall dingen, die felle en sterke bestrijding verdienden. Want bestrijden zoudt gij dit mannelijke karakter gaarne, wijl gij de eerlijkheid van zijn overtuiging door ieder woord voelt heentrillen. In een boek van Francisque Sarcey las ik een stukje over van Hall, dat mij zeer juist voorkwam: ״Je vis entrer un homme de visageaimable, de manières aisées,. qui parlait le francais avec une pureté extra-ordinaire et sans ombre d'accent, avec qui je me sentis toute de suite en confiance/'
En verder noemt Sarcey hem ״sous les Hollandais, un Parisien d'esprit alerte."
Er is waarheid in deze getuigenis.
Sarcey zélf was een man van koppige, heftige, soms opvliegende driftigheid, maar ironisch, scherp, recht-door-zee-gaand, niet verlokbaar door zoele lachjes, of bevreesd voor hoonende woorden. Eenige overeenkomst tusschen hen beiden is er stellig: het ras-taaie, traditie-getrouwe, zekere typische driestheid in kras oordeel door eenzijdigheid versterkt. Alleen is Sarcey luimiger, boertiger en van groveren humor, lomper van gang en gebaar.