De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



467

Januari had Thijs zwendelschuld van een zending kabeljauw, tongen, tarbot en twee vrachten groote schelvisch, tegen honderd piek per kist, en van Duitschen zalm. Ant had opnieuw schrikkelijke zwendeldingen met haar man beleefd. En nu weer zat zij in wanhoop, met de geschiedenis van het paard.

Thijs had, toen Karei niet meer met hem wilde saam-werken, een slimmigheidje bedacht. Hij wou naar Volendam voor de visch, maar hij had geen vervoermiddelen. Zijn armen waren te kort en toch zou hij iets uitdenken. Hij ontmoette een kameraad, een vriend van Schele Leendert uit de Anjelierstraat, een gemelijken snoever, die hem met veel bombarie vertelde dat hij zooveel verstand van paarden had. Toen trok Thijs hem aan zijn kloffie en vroeg stiekem:

— Heije mesjomme?

Ze trokken een kroeg in en namen er eentje. Vóór de toonbank van den bierbuikigen kastelein beklonk de snoever met Thijs, dat hij hem wel aan een paard zou kunnen helpen, al zou hij het dier smokkelen tegen een zacht prijsje.

's Avonds kwam Thijs half-sjikker, stiekem, vreemd-gebarend, met een braniënd zelfgevoel en opgewonden thuis bij Ant en hij vertelde grijnzend, in geuren en kleuren het gesprek met den snoever over het paard. Ant bemoeide er zich niet mee. Hij was oud en onwijs genoeg, om niet te weten wat hij deed, al beet hij ook zijn tong aan bloed. Maar onder geweldige dreigementen, wild flapperend met de gerafelde panden van zijn staldeurenjasje en tusschen alderlei vreesaanjagende gezichts-verwringingen, dwong praatgrage Thijs met zijn verstuikten geest haar, het geld ergens te leenen. Ant gehoorzaamde en zocht een oude nicht op die als leenvrouw in de buurt een beruchte faam genoot. Onder voorspellingen van Thijs dat alles goed zou gaan, en den angst, nu Karei wegbleef, dat er geen inkomen meer was, klampte zij de nicht-leenvrouw aan. Dié keek eerst heel sneu en verbaasd. Al haar rimpels peinsden in haar hoofd mee, en toch was ze, de bloedzuipster, belust op een voordeeltje.

Zijn armen zijn te kort: ״een geld hebben. — Mesomme: geld. Maken vele Jordaners van: bezomme, besjomme, mesjomme, me-zomm. — Staldeurenjasje: jas met split. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.