verheugenden aard. Het is allereerst een creatie van innerlijkheden, van schier onvatbare, voor vele feitenzoekers onwaarneembare dingen. Zooals in de natuurkunde bewegingstrillingen van electrons berekend en in den stroom ontleed worden, zoo hebben de psycholoog-kunstenaars de werking der psychische stroomen onderworpen aan gevoels-analyse en voorstellings-vormen. Het indringen in de psychische verschijnselen van een groote kunstenaars-natuur als Beethoven, is alleen mogelijk indien de onderzoeker zélf scheppende psychologie tot grondslag van zijn menschbeelding en mensch-indringing neemt. Daar blijft het roerigste arbeidsvermogen van den biograaph dood voor liggen. Die boort niet door het kwarts der dingen. Op het lichtende scherm moeten de feiten niet vallen als een silhouetten-spel, donker en profileerend alleen, maar in de volle couleurgloeiïng van het lévende gebeuren, dampig van licht
77