De jeugd van Beethoven

Titel
De jeugd van Beethoven

Jaar
1919

Druk
1919

Overig
1ed 1919

Pagina's
127



ven, die half flauw wegzakken op hun stoel van verrukking als er wat van hem gespeeld wordt; ik schuw deze opgeblazenheid. Ik eisch óp het onbelemmerd recht van oordeel, óók over het genie, juist om zijn onaantastbaarheid op een gebied waar hij als createur heerscht. Ik veracht alle vooze aanbidding voor onverschillig welken grooten geest, al zegen ik ook ieder uur van hun eeuwig bestaan voor de menschheid. Zoo heeft Beethoven, naar menschelijke inzichten, wel stellig gearbeid voor alle tijden. Zoodra een menschelijk-gees-telijk leven gaat gelijken op een natuur-verschijnsel, een natuur-wet, behoort het de eeuwigheid. De harmonie en melodie in Beethoven werken dikwijls als een natuur-wet.

32

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.