ZIJN VERBLIJF OP ST. HELENA 89
van Fremeaux lijkt mij het boeiendste hoek over St. Helena gepubliceerd en maakt den indruk van volkomen betrouwbaarheid en met groote zaakkennis bearbeid te zijn. Toch, alweer, het beste is, eigen indrukken, na alle gegevens omtrent personen en handelingen te hebben bestudeerd, aan eigen gevoel te toetsen. En dan maakt Hudson Lowe een vreeselijken indruk. Een dwarse, trotsche, domme tergnatuur, van al het geniale en spontaan-groote afkeerig uit afgunstigen wrok; wrok der middelmatigheid tegen geestelijk-machtigen.
Hudson Lowe heeft Napoleon duldeloos gesard, onbeschoft behandeld en grovelijk beleedigd. Hij heeft hem in zijn val op smadelijk-plompe en har-teloos-onhebbelijke wijze, ieder uur van zijn vulgair cipierschap, aan dien val herinnerd. Hudson Lowe heeft al de tragische grootheid, — ook in zijn ongeluk bleef Bonaparte een reus, — van Napoleon bezoedeld met zijn bureaucratische douanen-gestrengheid, en geen minuut verzuimd, zijn kleine, bekrompen cipiers-ziel te toonen, als hij maar den ״generaal" kon kwetsen en kleinhouden. Hij heeft van zijn laffe, maar veilige overmacht zich klaar bewust, een geslagene en gebondene afgemat en getergd met schan-delijk-onkiesche en wee-opdringerige controle. Zooals een opzichter van een drukke week-markt in een provinciestadje de •baas speelt over boeren en buitenlui, met zijn officieel petje op den lompen kop, zich bluffend-lekker voelt met zijn rijks-gezag, zoo, even bekrompen en opgeblazen en stom-aanmatigend, voelde zich de gouverneur van St. Helena tegenover den gevangen Napoleon. Met een haveloos verstand tastte hij diens rang en grootheid aan, en de grievendste beleedigingen in den omgang bedacht hij om dit „generaaltje" klein te krijgen. In /^Automarchi's dagboek verhaalt deze docter van Bonaparte, op welke wijze Napoleon verzoeken van zijn familie, om hem