DE TRAGIEK VAN NAPOLEON 73
was en werd onbegrepen en onverklaard gericht.
Dit standpunt van het onvermijdbaar gericht moet men ook bij Napoleon's oorlogvoeren innemen. Hij voelde den grooten krijg als een noodlot der volkren, en het leven schonk hem Al de bedwelmende en sug-gereerende krachten, om voor de menschheid te verschijnen als haar verblindendste veroveraar van den nieuweren tijd. Caesar, Alexander, bleven voor onze droomen, historische schimmen. Nu stond er een wezen op van vleesch en bloed, met bliksemende oogen, een godenwil en hij voerde de soldaten aan die zingende den dood inmarcheerden!
01 zoo het geweest zou zijn voor den bevrijdings-strijd der menschheid, zooals de socialisten dit willen en vurig begeeren.
Daar staat hij nu, levend voor de oogen der menschen, koener dan Caesar, stouthartiger dan Alexander, daemonischer dan Frederik de Groote. Hij betoo-verde en maakte tot bukkende bewonderaars van zijn genie mannen als Goethe en Heine. Hij zou door een wereldoverheersching de menschheid rust en vrede brengen. Achter al het bloed licht een ideaal.
Maar het ideaal van een tyran.
Voor ons psychologisch hèt aanknoopingspunt.
Zijn onverschilligheid, als strijder, voor menschen-offers, staat er ten nauwste mee in verband. Hij zou waereld-heerscher worden en de volkren vrede brengen en die bewaren. Naïeve en tegelijk daemonische waan! Zóó, in dien waan, werd hem de krijg een soort van
bovennatuurlijk gericht. De offers móesten vallen,.....
Bezie het niet dus als een individueele wreedheid van den ménsch Napoleon. Het beginsel, ik erken het, om zooveel menschenlevens voor veroveringsoorlogen te durven opeischen, heeft een wreede worteling, maar het is het daemonische gevolg van een daemonisch-grootsche veroverings-gedachte, een scheppingsdrift, ingeboren en onverwoestbaar. Bij zulk een