PSYCHOLOGIE VAN DEN KUNSTENAARHISTORICUS.
N onze beschouwingen over en gevoelens voor Napoleon, zijn met sterk zichtbare grenzen, vijf tijdperken af te bakenen. — Eerste tijdperk: jeugd-vergoding, de alles overstralende atmospheer van bewondering voor den stouthartigen held; de vereering van den vurigen jongen voor den avontuurlijken kleinen korporaal die Keizer der Franschen werd. Tweede tijdperk: reactie op de vergoding, haat voor zulk een menschen-moorder op groote schaal, verachting voor het sociaal ״monster". — Aan dit tweede tijdperk koppelt zich vast een sterke ontwikkeling van maatschappelijk bewustzijn, dat de romantisch begeesterende heroïek van den held, toetste aan de onzettende rampen van het oorlogsbedrijf en tegelijk de menschheids-vernedering constateerde, gevolgelijk de hysterische overheerschings-drift van één enkel wezen. Den drek, over hem uitgeworpen door evèn mallotige nationalisten en vaderlandslievende bazelaars, veegde ik koeltjes weg. De wrange en van vreugderoes gekke apen-grimassen, die de „dapperen" tegen dezen geweldenaar maakten na zijn val en den laster die zich ontzwachtelde rond zijn persoonlijk leven, ging ik met stillen, hoogen afschuw voorbij. Toen trad het tijdperk in, het derde, waarin