NAPOLEON'S JEUGD 27
peu depuis ma maladie; cela est incroyable. Je me couche ä dix heures, et je me léve ä quatre heures des matin. Je ne fais qu'un repas par jour a trois heures. . Cela fait irès blen d la santé."
Dit laatste zinnetje cursiveer ik, omdat het van zulk een lieve, onrust-in-de-moeder, temperende innigheid en geruststellende goedhartigheid getuigt. Ziedaar nu den jongen, inmiddels eerste luitenant geworden Napoleon, uit gebrek slechts één keer etend per dag, bijna niet slapend en zich ééns in de acht dagen kleedend. En toch zijn beminde moeder zelf voorjokkend, ״dat het gezond is zoo te leven."
En nu kakele men vrij van Napoleon's ״insensibili-té." Want zooals hij toen zich gaf is hij altijd in diep-sten grond gebleven. Ook Goethe zegt tot Eckermann:
״Napoleon was darin besonders grosz, dasz er zu jeder Stunde derselbige (Goethe cursiveert in dit gesprek, Q.) war. Vor einer Schlacht, während einer Schlacht, nach einem Siege, nach einer Niederlage, er stand immer auf festen Füszen, und war immer klar und entschieden was zu thun sei." (Gespräche, Zweites Band). —