NAPOLEON'S JEUGD 19
om zijn vader, zijn zusters, zijn broers met de teederste belangstelling en niet het minst om zijn lieve moeder. Later is de liefde voor zijn moeder alleen slechts kin-der-eerbied gebleven. Men beweerde dat Napoleon eigenlijk niet het kind was van Carlo Buonaparte, den man van mevrouw Buonaparte, maar van zekeren markies of graaf De Marbeuf, die als bevelvoerend generaal op Corsika lag en zeer met de schoone Letizia was ingenomen. Dergelijke warmgeblazen fabeltjes gaan er meer rond over de geboorte van groote mannen, al erkennen we, dat het voor de fijnere psychologische gronding van Napoleon's eigenschappen als mensch, niet onverschillig zou wezen of hij een kind van den advocaat Carlo of van den Corsikaanschen gouverneur zou blijken te zijn, juist in verband met zijn z.g. vreemdelingschap en zijn jeugdigen haat aan de Franschen om hun onderdrukking van Corsika. Het is zijn vroegere medescholier Bourrienne, die ons in zijn gedenkschriften van dezen haat verteld. — ״Waar ik kan, zal ik jelui Franschen afbreuk doen." — Een" zinsnede, eën uiting van kinderverbittering, waar Taine later een geheele karakter-ontleding van Napoleon op bouwt. Ook Arthur Levy critiseert de z.g. onpartijdigheid van /"Bourrienne en zegt:
״Bourrienne lui-même, qui, a 1'époque oü il écrit ses Mémoires, a des raisons personnelles pour ne pas vanter la douceur de Napoléon, se borne cependant a placer cette phrase au moment oü le jeune Corse est aigri par les moqueries des élèves."
Het is ook Levy, die van de tragische jeugd van Napoleon te Brienne niet veel weten wil1), en van het geboorte-fabeltje zelfs niet rept^Caulaincourt's woorden
1 Hoezeer Levy hierin mistast, blijkt wel 't klaarst uit den smartelijken brief door het twaalfjarig Napoleonnetje zijn vader geschreven, ״cette plainte amère" naar Th. Jung het noemt (pag. 84, deel I) in zijn groot werk Bonaparte et son Temps. De brief zelf is een wonder van overrijp kinderverstand.