II
Wij hebben ook het recht ons imperatief te mengen in de groote vergissing 1) omdat Nederland bezit een bevolking van Protestanten, Katholieken en Joden, zijn koloniën een bevolking van Mohamedanen, Bhoedisten, Confucianen en La-Ot-Seanen, en omdat in Nederland sedert eeuwen een volkomen vrijheid van godsdienst bestaat, elkeen er het recht heeft vrij in ’t openbaar te getuigen van zijn innerlijk gevoelen en daarvoor school te maken. Het zou in Nederland heel goed mogelijk zijn, dat een Japanner, een Chinees, een neger, een Nieuw-Guineesch inboorling het tot het hoogste staatsambt bracht, tot leidend minister, indien hij slechts in Nederland of zijn koloniën geboren zou zijn en zich door talenten en deugdzaamheid daartoe geschikt toonde. Een onzer meest invloedrijke partij-leiders, die zelf leidend minister is geweest, Dr. A. Kuyper, is de zoon van een Nederland-schen vader en een Zwitsersche moeder.
De Nederlandsche volksziel is zoo hecht, echt, zuiver en sterk, dat zij zonder merkbare schade alle niet-Neder-landsche invloeden in zich opneemt en in eigen gezonde zielskracht omzet.
Vandaar onze volkomen rustigheid ten aanzien van invloeden van buiten. Andere volken verweren zich wanhopig tegen den invloed van het Semitische intellect. Voor den Nederlander is het Semitische intellect slechts een stimulans. Hij laat het zich volkomen vrij naar alle
1
Uitdrukking van Willem van Rede, koopman te Rotterdam, reserve 1ste luitenant.