II.
De toestand van Prof. Dr. G. Leyden richtte de aandacht van de geleerden op het wezen der narcose. Tot heden had men aangenomen, dat door het gebruik van chloroform, lachgas, ether, chlorae-thyl tijdelijk sommige functies van een zeker deel der hersenen buiten werking worden gesteld, waardoor gevoelloosheid intreedt.
De narcose, opgewekt door inademing van het verdoovende middel waardoor het vluchtige narcoticum met de ademhalingslucht in de longen komt en vandaar met de zuurstof in het bloed wordt opgenomen, waarop het bloed het naar de hersenen voert, verlamt de werking van dit centraal orgaan, concludeerde men. Maar de locaal-anaesthesie of plaatselijke ongevoeligheid kon langs dezen weg niet verklaard worden. Men bereikte deze plaatselijke ongevoeligheid ten eerste door afkoeling. Op de huid nabij het te behandelen lichaamsdeel werd een snel verdampende vloeistof gedruppeld, opdat de door de verdamping ontstane afkoeling de werking der gevoelszenuwen zou opheffen. Vroeger