Germania

46

anderen waar eetwaren te ruil waren, hammen, gerookt paar-devleesch, versch rundvleesch, visch, brood en honingkoek.

Ook stroomden van alle zijden de mannen toe, die naar de hand van Harimona dongen en naar de huwelijksvoorwaarden kwamen vernemen. Er waren veel jongelieden van hooge geboorte, maar ook reeds mannen van middelbaren leeftijd en zelfs grijsaards, die kinds verlekkerd op de groote schatten van de priesteres, meenden met meer kans van slagen dan melkmuilen, den strijd met den draak, den hond en de geit te kunnen aanbinden. Er waren méér dan honderd aanbidders, velen in statie-gewaden, begeleid door groot gevolg van krijgers en ruiters en wagens volgeladen met geschenken. Anderen, heel arm en heel eenvoudig, met geen anderen uitzet, dan hun wapen, hun gespierd lichaam en hun jeugdigen moed. Ook wel slanke, kleine lieden vau den stam der Sueven, die vaardig waren in ’t spreken op den Ding of beroemd wegens hun sproketalent ot wegens hun fraaie stem en 't blazen op den jachthoren of het tokkelen op den Keltischen lier. ^ Er waren minnaars, die knap waren in het kerven van runen in plankjes van lindehout en minnaars, die den Oceaan bevoeren en wachtend op de feestdagen, verhalen deden aan de lieden, die met hun méde dronken van de verre landen, die zij gezien hadden en de monsters, die leefden in de verre zeeén, daar waar het dieplood schuinhangt, omdat de wereld er eindigt en de baaierd er aanvangt. Eerwaardige grijsaards kwamen om een uitspraak te hooren in vragen van meent-recht en grens- geschil.

Al deze lieden legerden zich in een wijden kring rondom de heilige haag in afwachting van bet Nieuwjaarsfeest en de verschijning van de groote priesteres, zoodat men, van de heuvels komend, zoover het oog reikte, beneden langs den oever van den stroom, welks naam door eiken stam bijna anders uitgesproken werd (doch zelden zonder de

1) Rotte, een snarenspeeltuig van Keltischen oorsprong. Vgl. „Rotten unde singen, des vlizzen sie sich sêre” in Kudrun, vers 51.