Het landschap van Klaveren-Aas, Rechts het kaartenpaleis van koning Whist.
Eerste Tooneel.
Ruitenvrouw, later Ruitennegen.
RUITENVROUW
Hallo . . . Hallo . . . is hier geen dienaar, hé,
Dat is me tegenwoordig hier een toestand,
De koning en de koningin aan ’t twisten,
Banco, de zoon des konings, verliefd tot d’ooren, Op Cartolina, eene vondeling,
Ik heb al heel wat aan dit hof beleefd,
Maar zooals thans was ’t nooit, het heet met recht, Oud mal gaat bijgeval nog bovenal,
Hallo, (zij klapt in de handen) hallo,
(Zij stampt met de voeten) hallo een dienaar,
RUITENNEGEN (als lakei)
Heeft u mij soms geroepen, Ruitenvrouwe ?