52
HERMIASHeil Jason . . . ridder van het gulden Vlies!
Heil, roemrijk wreker van den moed’gen Phryxus, Heil, die Aiètes op de vlucht deed slaan.
ALLENHeil! Heil!
HERMIASIn naam van ’t volk van heel Thessalië,
Ben ik gemachtigd u te komen smeeken, Goedgunstig mij naar ’t vaderland te volgen, Opdat men daar u dan tot koning kroon’...
ALLEN
Heil! Heil!
JASON
Om Jason ioept men . .. slechts alleen om Jason, Maar weet — niet eenzaam keerde hij uit Colchis, Medea, dochter van Aiëtes, volgde,
Nadat zij tweemaal van den dood hem redde,
En hielp het gulden Vlies der slang ’t ontwinden, Daarom, gezanten, dank voor uwe kondschap, Meldt aan Thessaliens volk, dat ik slechts kom, Wanneer Medea met mij wordt gehuldigd.
CREONMijn vrienden — gunt mij voor gij weer vertrekt, De eer, u tot een gastmaal uit te nood'gen.
CREUSA
Het beste, wat ons heerlijk land maar biedt,