5
(bij het raam), ’n Rijtuig. Als ’t ’n patiënt is, inoet-ie dan ....
Frida Natuurlijk. En meneer waarschuwen
(bij het raam, verheugd) Emma!
Emma (onzichtbaar). Dag hartje! Dag Fri! (Frida snelt de hamer uit. De dienstbode blijft even aan het venster).
DERDE TOONEEL.
Frida. Emma.
Frida. Kind, wat ben ’k blij dat ’k je weer zie. Je ben dik geworden. De reis heeft je goed gedaan. Doe je mantel uit en je hoed (tolde dienstbode). Ja, neem ’t mee en hou ’n oogje op Fer, wil je? Let ’ns op of-ie ’t lakentje niet in z’n mond heeft getrokken. (De dienstbode af door voorste linkerdeur).
Emma. En Larsen? — Is-ie al uit?
Frida. Larsen is boven.
Emma (haar omhelzend'). Schat, schat, schat, ’k moet je nog even, nog even! ’k Was net dronken toen je telegram kwam. En me brieven heb je gekregen ? En de laatste kousjes ? Yond je ze niet