De opgaande zon

Titel
De opgaande zon

Jaar
1908

Druk
1932

Overig
4ed

Pagina's
176



EERSTE BEDRIJF, TWAALFDE TOONEEL    41

J e n se n:

Over uw heusche ontvangst. En dat juist vanavond !

M a t h ij s:

Juist vanavond?

J ensen:

Na onze misschien wat overdadige verlichting, ’t Spijt me dat dat bijzonder sterke electrische licht, dat we op proef branden, uw vitrine wat — wat. . . .

M a t h ij s:

. . . Och nee. Wie bij ons wezen wil, komt toch wel (winkelschel). Dat merkt u. Wij profiteeren 'r van mee, hahaha! (winkelschel). En op dit uur is 't de slappe tijd! (winkelschel).

J e n se n:

Meneer De Sterke — in de laatste vergadering van commissarissen, heeft ,,De Opgaande Zon" besloten, de al ontruimde panden van Kwant en Kareisen, daar, onmiddellijk te doen sloopen. En dat is al aanbesteed. Ook de plannen van verbouwing liggen gereed.

M a t h ij s:

Maar ik zit in den weg.

J e n s e n (glimlachend) :

Juist.

M a t h ij s:

Spijt me.

J e n s e n (glimlachend) :

Ons ook.

Mathijs:

Dus, als ik 't goed begrijp, komt 'r naast de zon




Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.