De minnaars

Titel
De minnaars

Jaar
1970

Pagina's
214



Boven de hotelkamer. Een groot bed, tweepersoons, stromend water dit keer, hier zijn ze al zo ver, lekker poedelen, nog resten schmink om de ogen, wat zie je er dan gauw verloederd uit, als die boel niet precies omlijndis, ik ben mooi, ik ben jong, lekker LEVEN, mijn best doen, later misschien grotere rollen. Die vent, die vanavond achter de coulissen naar mij toekwam. Die dacht zo, die vrouwen van het toneel. We zijn vrij. Inderdaad. Toch niet, zoals hij denkt. We rollebollen zo maar niet. Het moet je aanspreken. Het moet je aanraken. Al is het maar een klein vonkje. Ja, het Vonkje. Dat is het. Dat is het begin. Daarna ga je door met de strijd. Om elkaar.

Het grote bed. Alles wat muf. Toch ben ik gek op hotelkamers. Ze dringen je niets op, want ze zijn onpersoonlijk. Niets wil ik opgedrongen hebben. Geen huiselijkheid. Geen deftigheid, geen huwelijk. Geen bepaling van gedrag. Ik wil het zelf uitvinden, helemaal zelf.

Op de gang hoor ik lopen. Dat zal Evert zijn, die naar Gine gaat, want Gine logeert naast me. Louis B. logeert samen met zijn vrouw. Op reis zijn ze een presentabel echtpaar. Samen kwetsen ze elkaar niet met ontrouw. Van elkaar weg gaan ze hun eigen gang. Louis B. verdeelt sommige van zijn stukken zonder zijn vrouw. Dan gaat hij alleen met ons op reis. Dan is er wel een bij, die in die tijd favoriet is.

De Favoriete. De haremvrouwen. Ik heb eens gelezen, dat de sheiks een telefoon naast hun bed

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.