eef: (zoekend) . . . . Me bril! Waar is me bril? Nou dan!. . . . Op me nachtkassie. ... (hooger van stem) Op me nachtkas-sie!. . . . (afin slaapkamer).
mop: (komt opnieuw uit de keukendeur, zet theeservies op de linker-tafel, kijkt nerveus naar Jasper’s rug, laat twee bordjes vallen zonder dat hij het oplet. %e raapt de scherven op en verwijt). . . . Jasper! Man, leg nou in godsnaam je boek neer!. ... (hij hoort niets) Jasperlief, 5t is over zeven. ...
jasper: (zonder op te kijken). . . . Merkwaardig. . . . Haast
niet te gelooven. . . . Wat zei je?. . . . Zei je wat?
mop: (zuchtend). . . . Ik?. . . . Geen woord!
jasper: 5n Prachtkerel. . . . Ideejen om te zoenen. . . . (leest
verder ).
mop: (op de wandbank, kijkt gejaagd de krant in). eef: (uit de slaapkamer boven, zoekt haar bril). . . . Wel allemachtigste, niet op me nachtkassie en niet op me bed! (neemt het tafellaken van de tafel, zoekt op het tafelzeil, bukt onder de tafel, vindt de bril op het kozijn, leest dadelijk gretig bij het raam). . . . Drie en dertig!. . . . Allemachtigste! Vorige koers vijftig. . ..
Drie en dertig. . . . Vijftig. . . . Drie en dertig. . . . Drie en
dertig. . . . Da’s zeventien achteruit. . . . Zeventien!. . . . Daar staat me hart bij stil! Allemachtigste!. . . . (laat krant en bril op den stoel bij ’t raam liggen, gaat haastig de slaapkamer in ). mop : (smijt driftig de krant neer, wil iets dringends zeggen ) Jasper! (houdt zich in). .. . Thee, Jasper?. . . . (uitvarend omdat hij niet luistert). . . . Jasper! jasper: Ja?
mop: Toe, doe nou 5ns wat menschelijk! Ik neem al zes aan-loopen om je wat te zeggen! jasper: (verwonderd) Wat is ’r dan? mop: Ik vroeg of je 5n kop thee?
jasper: (droog) Daarvoor neemt men na te zoute visch geen
9