jasper: Pardon. Ik zwijg en neem de gepaste houding aan (een stilte. Miep komt uit de keuken, groet stijfjes, gaat het magazijn in) ... .M’n dochter. . . .
nanning: Mevrouw en meneer - ik heb - en misschien was 5t niet heelemaal correct - al ’n poos kennis aan - Miep. . . . jasper: Zoo. ... en mag 5k, mede namens m’n vrouw, vragen waar die kennismaking begonnen is ? nanning: (glimlachend naar de raamzij wijzend) Daar. jasper: Overdag?
nanning: (glimlachend) Ook Js avonds. jasper: (ernstig) Zoo, zoo. Dat lijkt op huisvredebreuk meneer Storm.
nanning: Nee, ’k ben op m’n woord achter de schutting gebleven.
jasper: En daar kijk ik zelfs niet over heen. Ga 5ns staan, meneer. (Nanning doet 51. Jasper plaatst zich naast ’m, meet ’m met handgebaar). Ja, u is er achter gebleven. Dank u. Ga zitten. En?
nanning: We spraken - ik erken, dat is ’t incorrecte - door ’n gat dat ik met m’n mes in onze schutting, in 5n hoekje naast de ren had gepeuterd. . . . U kunt u ervan overtuigen. . . . jasper: Merci. De beschrijving is zoo duidelijk dat ik - dat wij - u onvoorwaardelijk gelooven. Dus door die fameuze spreekbuis converseerden jullie bij dag en bij avond. . . . ? (ernstig). Hoe groot is dat gat in onze schutting, meneer? nanning: (glimlachend de grootte met twee vingerspitsen aanduidend). Ik keek ’r met één oog door, meneer. jasper: En zij ?
nanning: (vroolijk) Met 5t andere. . . . jasper: Dat moet héél gezellig geweest zijn, hahaha! Eén oog, één ziel! (plotseling quasi-ernstig). Maar jullie zijn toch niet zulke idioten, om ook ’s avonds ieder met één oog, wat ?
29