EÉN MEI.
EERSTE TOONEEL.
Vrouw Boer. Toon. Netje.
(Toon en Netje eten boterhammen aan de gedekte tafel. Vrouw Boer strijkt).
Toon.
Heb geen honger, moe!
Vrouw Boer.
As je niet eet, blijf je thuis.
Toon.
’k Lüs niet, moe!
Vrouw Boer.
Eten hoor! En as je weer zeit dat je niet lust, krjg je voor je broek, (tot Netje): Nee, korsten opeten.
Netje.
’k Hè-zoo’n pijn in me mond.
Vrouw Boer.
Jawel, dat kennen we...
TWEEDE TOONEEL.
De vorigen. Piet.
Vrouw Boer (tot Piet).
Goed dat je komt, oom Piet. Meneer Toontje lüst niet meer en de juffrouw wil de korsten laten staan!