78 ’n jodenstreek?
te laten komen dat kon hij nooit vergeven. En da’s de schuld van die daar, die met al zijn netheid toch ’n jood blijft... ’n jood!—
Wat ’n brutaliteit!.... de jonge man heeft de deur geópend en komt recht op hem toe. Daanders hoort ’n paar woorden, stuift op, bleek van woede, gaat de voordeur uit, laat Max alleen. De laatste is bloedrood geworden____Nu is ’t genoeg! Die ouwe stijfkop
met zijn domme, kleingeestige ideeën !...
. . . .„Moeder ben je ’t zelf! ”
„Sust, kind, sust! Is je man niet thuis?”
„Max nee!... O God wa-ben-’k blij je
te zien!”
De twee vrouwen omarmen elkander, met tranen in de oogen.
.. . .„Zie je— ’k heb ’t haast niet gedurfd voor je vader. Maar ’k dacht, da-’k-’t nou
maar eens in stilte doen most Wat zie
je bleek...”