Jan
Schakels
(driftig de bijbel neerkwakkend) Aangenaam maken! Nog geen üür heb jij het me aangenaam gemaakt!
Margriet
Jou maakt drank alleen aangenaam!
JAN
(met de vuist op tafel slaand) Als ik me niet voor de familie inhield... (de huisbel gaat over. Plotselinge, algemene konsternatie. Een luisterende stilte. De huisschel gaat voor de tweede maal over)
Gerritje
Daar is al z’n leven Pancras. Die lamme kerel-van-me zou hem waarschuwen.
Toon
Ik smeer ’m! (vlucht in de serre)
Margriet
(tot Elsje) Elsjelief, ga jij eens kijken.
Van rijn
Goedenavond!
Toon
(die achter het glas der serre heeft geloerd, komt haastig binnen) Ah, mijn vriend, dokter Van Rijn! Bonsoir! “Mag ik even voorstellen. Mijn zuster Coba, mijn schoonzuster Margriet, mijn schat van een tante Gerritje, mijn broer Henk, mijn broer Jan, mijn zwager Dirk - Dirk trek je jas aan! -m’n nichtje Els, op school de beste op catechismus.”
Van rijn
Goedenavond. Ja mevrouw, (tot Margriet) Toon vertelde me van de onplezierige familie-omstandigheden, maar óók van uw huwelijksfeest. Mag ik als vreemde eend in de bijt, beginnen met u van harte geluk te wensen.
Margriet
Dank u! Gaat u zitten. Wat wilt u drinken, dokter?
Van rijn
Wat u bij de hand heeft! (de geopende bijbel aanwijzend) Ik hoop dat ik niet gestoord heb?
Jan
Volstrekt niet. Volstrekt niet! Elsjelief, leg jij hem weer op z’n plaats? (Elsje met de bijbel af)
87