Herman Heijermans
Kantoorbediende Alstublieft, meneer.
Boekhouder
(op z’n horloge kijken)
Vijf minuten voor een. Hoe komt dat ding zo laat.
Kantoorbediende Hij zei...
Boekhouder
Hij zei! Hij zei! Dan maar morgen. Meneer is bezig.
(de bediende terugroepend)
Of nee! Klop aan en vraag of het gelegen komt.
(de bediende klopt aan de rechtse deur - een stem “binnen” - bediende
«J)
Arbeider
(opstaand)
Zou ’t nog lang duren, voor ik...
Boekhouder
Dat zal wel.
(de telefoon gaat)
Hallo! Ja. Meneer is in gesprek. Wat zegt u! Oh. Gegund voor een honderdzevenentachtigduizend gulden - de bovenbouw zonder fundering. Zo? Was de Pletterij négen mille hoger? Jawel. Daar zal voor gezorgd worden. Dank u. Goeiemiddag.
(draait nijdig af -rekent hardop) ... Zeventien... drieënveertig... vijfenzestig...
Kantoorbediende
’t Was in orde. Meneer vraagt of u even telefonisch wil adviseren.
Boekhouder
(belt korzelig op)
Hallo! Kom nou, juffrouw!
(belt weer) Hallo! ... Moet ik telkens driémaal bellen, juffrouw? Ja, driémaal!! Nee, niet éénmaal! Honderdzesendertig. (schreeuwend) Honderzesendertig. Een. Drie. Zes. Hallo! Spreek ik met de Provinciale? U spreekt met “De Schakel”. Ja. Ik heb hier ’n wissel van Wijman & Co. (herhalend) Wijman! ... Wouter, Ijzer, Mozes, Aap. Nul. Ja. Wijman - betaalbaar gesteld van zeventienduizenddriehon-derdvijftig gulden. Na kastijd, ja. Dat moet u voor éénmaal maar ’ns door de vingers zien. En morgen hebben we, buiten het gewone