Herman Heijermans
krijgt. Ja, geef mijn maar een kop koffie om op te knappen, (een stilte. Jan keert terug)
Geen nieuws?
Dirk
(ongeduldig) Nee.
Hein
Zo. Dat is knap. Moeten wij d’r buiten gehouden worden?
JAN
Buiten wat?
Hein
Ik dacht dat we stoorden toen we binnenkwamen.
Dirk
Helemaal niet. We babbelden wat...
Hein
Zo. De koffie is goed. Nou dan heb ik wat voor jullie - van je vader.
Henk Weet u óók...
Hein
Goddank dat jullie wakker worden! Ja, per ongeluk weet ik het. (vouwt een briefje open) “Waarde broer - Ik hoop datje deze brief in welstand moge ontvangen, gelijk wij het zijn. Zo de Heer wil, hopen mejuffrouw Marianne en ik ons in de echtelijke staat te begeven. Moge het leven dat wij nog genieten zullen, rijk...”
Henk
(nors) De rest weten we.
Gerritje
Allemachtig! Da zegt-ie nou pas! Mocht ik dat niet weten, lamme vent! Hein
Je heb me gekommandeerd in geen acht dagen een wóórd met je spreken - daar heb ik me aan gehouden.
Gerritje
(gebluft) Gaat Pancras...
Dirk Ja, tante.
Margriet
Wat zegt u ervan? Hebt u ooit van zo’n schandaal gehoord? Een man
72