Schakels

Schakels

nog van vader en moeder? Hoe vader overdag sliep en ’s nachts werkte? Hoe moeder ons op onze donder gaf, als we herrie schopten? Ik hoor haar nog: “je vader slaapt, bliksemse lammelingen!” Wat een vrouw.

Hein

Tja. En als we ’s middags met z’n tienen om de pap zaten, dan was ’r mot, wie ’t eerst opgeschept zou krijgen. Dan zei jij: zo gaat de zon - dan zei ik: dat liegt-ie, de zon gaat zó - dan zei vader, “bek houen -de zon gaat zoals moeder wil...”

PANCRAS

Ja, zoals moeder wil! ... En dan verroerden we geen vin meer, dan hoorde je alleen maar lepels tegen de borden, (een stilte) Zeg - vind jij mij na m’n ziekte erg grijs geworden?

Hein

Grijs? Peper en zout, hè.

PANCRAS

Zou jij ’t bezopen vinden, als ik m’n haar liet verven?

Hein

Geef de voorpui ’n beurtje.

PANCRAS

(aarzelend) Zie je - nou we zo is samen zijn. Is je pijp verstopt? Wil je ’n sigaar?

Hein

Laat maar. Ik weet de weg. (gaat op een sigarenkastje toe) Op slot? Ben jij bang datje huishoudster rookt?

PANCRAS

(zelf het kastje openend) Nee. Maar in vertrouwen gezegd - hier berg ik dingen op, die Henk niet hoeft te zien. Met mijn privé-zaken heeft-ie niets te maken.

Hein

Je privé-zaken?

PANCRAS

As ik wat uitgeef, dat ik niet weten wil, of - of - Zwaar of licht?

Hein

Zwaar. En die flessies?

43